Promovendus stelt zich voor:
Jolanda Berends
Jolanda Berends (1977) studeerde Culturele en Maatschappelijke Vorming aan de Hogeschool van Utrecht (2002) en Sociologie der Niet Westerse Samenlevingen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam (2007). Sinds 2003 werkt Jolanda bij Hogeschool Utrecht als hogeschooldocent sociaal werk, vanaf 2009 ook als onderzoeker bij diverse lectoraten binnen het Kenniscentrum Sociale Innovatie en sinds 2018 is ze betrokken bij het huidige lectoraat Duurzame Gemeenschappen.
In februari 2021 is Jolanda gestart met haar promotieonderzoek ‘School en buurt slaan handen ineen voor burgerschapsvorming’. Het verbinden van de expertises van sociaal makelaars jeugd en leerkrachten werkzaam in het basisonderwijs ten behoeve van de burgerschapsvorming staat hierbij centraal. Dit interprofessioneel werken volgt zij sinds een paar jaar bij vier lokale burgerschapsprojecten binnen de gemeente Utrecht. De boundary crossing leertheorie ondersteunt haar om het leren interprofessioneel samenwerken mogelijk te maken en de basis te leggen voor het ontwikkelen van interventies om de interprofessionele samenwerking op te zetten of verder vorm te geven. Daarnaast draagt het onderzoek bij aan de theoretische ontwikkeling van de boundary crossing leertheorie, door het toe te passen binnen het sociaal-educatieve domein.
Burgerschapsvorming
Voor PO, VO en MBO is het verplicht om burgerschapsonderwijs vorm te geven. Het doel is om kinderen voor te bereiden om deel te nemen aan onze samenleving. Uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs (2019) blijken basisscholen het moeilijk te vinden om burgerschap goed vorm te geven. Daarbij, kinderen bewegen zich in drie leefomgevingen, school, buurt en thuis. Daar waar de professionals elkaar ontmoeten in deze leefomgevingen is het behulpzaam als ze dezelfde pedagogische taal spreken. In de praktijk blijken de onderwijsprofessionals het lastig te vinden om samen te werken met wijkprofessionals. Werkdruk en lerarentekort helpen niet om tijd vrij te maken om te investeren in samenwerking met professionals buiten school. Sociaal makelaars jeugd hebben de opdracht om te werken aan sociale cohesie in de buurt, op individueel en gemeenschapsniveau. De school staat in de wijk en is zo ook een wijkpartner. Toch blijkt het in de praktijk lastig te zijn om de school binnen te komen. Het samenbrengen van beide expertises in de verschillende leefomgevingen waar het kind zich in beweegt, lijkt een vanzelfsprekende beweging te zijn ten behoeve van de burgerschapsvorming van kinderen.
Het doel van het onderzoek is dan ook dat professionals uit beide domeinen elkaar kunnen vinden in de burgerschapsontwikkeling van jonge kinderen. Het onderzoek kent een participatieve actiegerichte onderzoeksmethode en maakt daarbij gebruik van kwalitatieve dataverzameling. Deelnemers hebben baat bij het deelnemen aan het onderzoek, doordat ze zichzelf verder ontwikkelen op het gebied van interprofessionele samenwerking en burgerschapsvorming. Ze hebben een actieve rol in het ontwikkelen van interventies rondom de interprofessionele samenwerking. We hebben de hoop en wens dat professionals uit beide domeinen elkaar beter gaan vinden en zich samen verantwoordelijk voelen voor de burgerschapsontwikkeling van kinderen.
Bevindingen tot dusver
In mijn eerste deelstudie heb ik professionals uit beide domeinen bevraagd op hoe ze burgerschap omschrijven. Na analyse blijkt dat burgerschap anders omschreven wordt door beide beroepsgroepen. Daardoor werd duidelijk waar de mogelijkheden liggen voor de samenwerking rondom burgerschapsvorming. Met name het burgerschapsaspect sociale cohesie blijken basisschoolleerkrachten lastig te vinden om vorm te geven. Wijkprofessionals hebben de opdracht om aan sociale cohesie in de wijken te werken, maar het lukt ze nog niet goed om ook scholen daarbij te betrekken. In mijn tweede deelstudie heb ik professionals uit beide domeinen bevraagd hoe ze tegen interprofessionele samenwerking kijken en hoe ze dat nu ervaren. Leerkrachten gaven aan het prettig te vinden om te werken met lessen om zo het werk af te kunnen vinken. De kracht van de samenwerking met wijkprofessionals lijkt voor hen te liggen in een aanbod om zo te werken aan sociale cohesie, oftewel de maatschappelijke betrokkenheid als onderdeel van de burgerschapsopdracht (zie SLO conceptkerndoelen burgerschap).
In deelstudie drie en vier heb ik samen met de professionals uit beide domeinen gewerkt aan interventies om samen burgerschap (meer) vorm te geven. Bij de evaluatie bleek dat onderwijsprofessionals de interventie positief ervaren hebben, maar het prettig vonden dat de wijkprofessionals het aanbieden en uitvoeren. Waar ik hoopte dat onderwijsprofessionals positief aan zouden kijken naar de support van wijkprofessionals, blijven onderwijsprofessionals het aanbod zien als losstaand van het onderwijscurriculum, oftewel iets erbij, en vraagt dit veel energie om het te plannen in een alledaagse lesdag. Ze blijken het prettig te vinden als een aanbod klaar ligt, waar ze vervolgens wel of niet voor kunnen kiezen als onderdeel van het burgerschapsprogramma van de school.
Sociaal makelaars jeugd waarderen de versterkte samenwerking. Het vraagt wel extra tijdsinvestering om vaker op scholen te komen. Daarentegen herkennen de kinderen de sociaal makelaars jeugd en zien ze de kinderen nu vaker in het buurthuis bij activiteiten of spelend in de wijk. Sociaal makelaars jeugd hebben de wens om in meer lesgroepen binnen de school samen te werken rondom burgerschapsvorming, bijvoorbeeld middels het gezamenlijk ontwikkelen van een leerlijn sociale cohesie als onderdeel van burgerschapsopdracht. Met het uiteindelijke doel om zodanig samen te werken dat het bijdraagt aan de versterking van de sociaal pedagogische basis.
Bijdrage sociaal workopleiding
Binnen het sociaal werk en de opleidingen tot sociaal werker is een groeiende aandacht voor interprofessionele samenwerking. Dit vindt met name plaats rondom sociaal vraagstukken binnen het veiligheids- en gezondheidsdomein en minder, of nog niet, binnen het sociaal educatieve domein. De aandacht voor de preventieve aanpak binnen het sociaal werk is daarnaast ook minder zichtbaar binnen het sociaal werkonderwijs. Preventief werken past goed binnen de profielen Jeugd en Welzijn & Samenleving. Het huidige jeugdprofiel richt zich vaker op zorg- en veiligheidsvraagstukken. Daarnaast is het een landelijke trend dat het Welzijn & Samenlevingsprofiel de kleinste studentpopulatie telt. Ik hoop met mijn promotieonderzoek impact te maken op het sociaal werkonderwijs door het preventieve werkveld gericht op de sociale cohesie door interprofessioneel binnen het sociaal educatieve domein te werken aan burgerschapsvorming onder de aandacht te brengen binnen het sociaal werkonderwijs.