Promovendus stelt zich voor:
Conny van Oudheusden
1. Kun je je kort voorstellen?
Hogescholen startten in 2023 een pilot met een eigen ‘ promotietraject’: de Professional Doctorate.
Conny van Oudheusden, docent-onderzoeker aan de Hogeschool Rotterdam is in het domein Gezondheid & Welzijn (G&W) een van de eersten die het programma volgt: “ik wil niet alleen reflecteren, ik wil ook iets concreet veranderen.” Ze was werkzaam als docent en docent-onderzoeker bij de opleiding Social Work, Instituut Sociale Opleidingen van de Hogeschool Rotterdam en was en is verbonden aan de Sterkplaats ‘Sterk in onderwijs’ een samenwerking tussen Hogescholen en de LFB en organisaties in de langdurige zorg. Momenteel is ze werkzaam binnen KC Zorginnovatie en KC Talentontwikkeling en verbonden aan het Professional Doctorate programma.
2. Waar gaat je promotie-onderzoek over? Wat is de hoofdvraag waarop je een antwoord zoekt?
Het onderzoek gaat over de vraag hoe de ervaringskennis van mensen met een licht verstandelijke beperking of niet-aangeboren hersenletsel, naast de kennis van zorgprofessionals of beleidsmakers en wetenschappelijke kennis een bijdrage levert in de dagelijkse zorg- en ondersteuningspraktijk. Daarin is nog een wereld te winnen. Conny: “De waarde van ervaringskennis voor de kwaliteit van de zorg wordt op papier – bijvoorbeeld in beleid en kennis- en onderzoeksagenda’s – steeds meer erkent. Maar in de dagelijkse gang van zaken in zorgorganisaties blijkt het lastig die kennis te ontginnen en duurzaam te borgen. Er is nog veel ruis en handelingsverlegenheid hoe je dit kunt doen en hoe de benodigde samenwerking er dan uit ziet.”
De hoofdvraag luidt: Hoe kan samenwerken en samen leren in organisaties met mensen met LVB of NAH samen met ervaringsdeskundigen vorm krijgen zodat dit betekenisvol, vanzelfsprekend en blijvend wordt?
3. Wat heeft geleid tot de keuze van dit onderwerp?
Ervaringskennis die ik zelf heb opgedaan is voor mij een van de redenen, omdat ik het belangrijk vind dat iedereen mee kan doen, gehoord en gezien wordt. Ervaringskennis is vaak impliciet en persoonsgebonden, maar niet direct zichtbaar. Hoe gaan we daarmee om, dat is wat mij al jaren bezighoudt. Juist de verschillende contexten waarbinnen we deze kennis beter kunnen leren kennen en benutten zijn belangrijk om te verkennen en met elkaar op te reflecteren.
Een tweede reden is dat de verbinding tussen gezondheid en welzijn vraagt om het serieus nemen en respecteren van verschillende kennisbronnen (kennisdiversiteit). De invulling van het Professional Doctorate-traject spreekt haar daarom erg aan: “ik ben eraan toe om me verder te ontwikkelen in de vier verschillende maatschappelijke rollen die in de opleiding centraal staan. Als geschoold Professional Doctor wordt er van je verwacht dat je naast een goede onderzoeker straks ook Professional, Innovator en Change Agent bent. Dat vraagt ook een didactische visie in het onderwijs. Daarom vind ik deze co-creatie waardevol.”
4. Welke onderzoeksmethoden zet je in? Welke positieve of minder positieve ervaringen heb je daar tot nu toe mee?
Participatief actieonderzoek krijgt vorm door betrokkenheid van mensen met ervaringskennis die vaak start bij ontwrichtende levensgebeurtenissen, stigma en/of onbegrip. “Met ervaringsdeskundigen samen onderzoeken hoe je de praktijk verandert, is iets anders dan onderzoek doen naar ervaringsdeskundigen”. Begeleidend lectoren zijn bondgenoot als het gaat om het inzetten en ontwikkelen in mijn rol van onderzoeker. Er is een eerste begeleider uit het gezondheid/zorgdomein (Dr. Mieke Cardol, lectoraat binnen KC Zorginnovatie) en een tweede begeleider uit het sociale/welzijnsdomein (Dr. Leonie le Sage vanuit KC Talentontwikkeling) betrokken, want bijzonder aan dit traject is dat het om een cross over gaat tussen de domeinen.
Creatieve methoden helpen daarbij om het moeilijk zegbare en/of verstaanbare toch kenbaar en uitwisselbaar te maken. Veranderen’, ‘samen’ en ‘vertrouwen’ zegt Conny, zijn daarin sleutelwoorden. “Anders dan bij een klassiek universitair promotietraject, doe ik niet eerst onderzoek naar ervaringsdeskundigheid en -deskundigen en probeer ik de uitkomsten dan eventueel in de praktijk toe te passen. De uitdaging is juist met participatieve onderzoeksmethoden samen met ervaringsdeskundigen, professionals, managers en beleidsmakers in de instellingen waar ik nu rondloop te onderzoeken welke rol ervaringsdeskundigheid zou kunnen hebben. Wat verandert er om te komen waar je wil zijn en hoe doe je dat dan samen. Je leert van elkaar.
5. Kun je iets vertellen over je bevindingen tot dusver? Wat verrast je het meest?
Een van de eerste dingen die mij opviel is dat er weinig aandacht is voor welzijn, en sociale aspecten. De vraag is dan ook wie kan deze aandacht op welzijn versterken? Dit gaat dan om zowel de aandacht voor de ervaringsdeskundigen en hoe zij ‘ ingezet’ worden. Die aandacht vraagt aandacht voor samenwerken en dat vraagt wat van 2 kanten. Dus ook van de kant van professionals. Ik zie dat als de brug om gelijkwaardig samen te kunnen werken. Daarbij ga ik uit van dat gezondheid een onderdeel van welzijn is. Dat is het spannende deel, hierop moet ik blijvend goed reflecteren en o.a. dmv participatieve observatie hoop ik te kunnen zeggen of ik dit juist zie of niet.
Wat me het meest heeft verrast is hoe gemotiveerd ervaringsdeskundigen zijn als het gaat om het willen en kunnen helpen van mensen om wie het gaat, maar toch ook wel de complexiteit van het vraagstuk.
6. Welke impact hoop je dat het onderzoek heeft op de professie sociaal werk of opleidingen sociaal werk?
In eerste instantie zie en hoop ik een bewustwording en een kennisuitwisseling gericht op relationele verhoudingen en kennis hiërarchie in langdurige zorgpraktijken. Dat het vanzelfsprekend wordt dat we samenwerken met ervaringsdeskundigen, en dat dit duurzaam is en blijft. Ook in de opleidingen sociaal werk, met daarbij een vanzelfsprekendheid voor samenwerking met para medische opleidingen. En in de begeleiding, behandeling en in beleid hoop ik dat inbedding van ervaringsdeskundigheid mogelijk wordt. Ze is nog maar net bezig, maar Conny merkt nu al de waarde van die verschillende rollen. Een voorbeeld: “het begint er al mee dat ik voor mensen in die organisatie ‘de onderzoeker’ ben. Daar zit een heel beeld achter, vaak impliciet. Die van buitenstaander bijvoorbeeld. Zo hebben ze ook beelden van elkaar en van wat de rol van ervaringsdeskundige is of kan zijn. Het is belangrijk om die beelden heel precies expliciet te maken en met elkaar te bespreken. Pas daarna kan je werken aan veranderingen en samenwerking die blijvend is in een organisatie en tussen mensen. Je zit dan als praktijkonderzoeker in de rol van change agent. En dat is lastiger dan je denkt: actie en reflecteren is in zo’n situatie natuurlijk hartstikke belangrijk. Maar voor je het weet doe je dat te snel, neem je te veel afstand, zie je dingen over het hoofd of kun je mensen kwijtraken.”
Wil je meer informatie over Conny van Oudheusden? Raadpleeg dan deze pagina.
