Promovendus stelt zich voor:
Chantal van Lieshout
- Kun je je kort voorstellen?
Mijn naam is Chantal van Lieshout. Ik heb antropologie gestudeerd in Nijmegen en ben momenteel werkzaam als senior-docent en onderzoeker bij de Academie voor Sociaal Werk en het Lectoraat Sociale Integratie (ook Werkplaats Sociaal Domein regio Zuyd) van Zuyd Hogeschool. In het kader van het lectoraat ben ik onder andere betrokken bij de ontwikkeling van de programmalijn Samenleven en het leeratelier ‘Veerkracht & Onmacht van gemeenschappen’. Sinds september 2022 ben ik daarnaast bezig met mijn promotieonderzoek aan de Universiteit van Gent, bij de vakgroep sociaal werk en sociale pedagogiek, onder begeleiding van Griet Roets.
- Waar gaat je promotiestudie over & wat heeft geleid tot de keuze van dit onderwerp?
Mijn onderzoek richt zich op praktijken van gemeenschapsontwikkeling, een onderwerp dat de laatste jaren steeds meer in de belangstelling staat binnen onderzoek, beleid en praktijk in het sociaal werk. Het concept ‘gemeenschap’ heeft in toenemende mate de aandacht van politici en beleidsmakers, die het zien als een veelbelovende strategie om verschillende beleidsdoelen te behalen. Dit heeft o.a. geleid tot een verschuiving van taken en verantwoordelijkheden naar het niveau van de gemeenschappen zelf (community turn). Door deze verschuiving is er ook een groeiende vraag naar professionals die zich bezighouden met samenlevingsopbouw.
Deze ontwikkelingen roepen de vraag op hoe praktijken van gemeenschapsvorming effectief gerealiseerd kunnen worden. Enerzijds omdat het steeds complexer wordt om mensen met verschillende achtergronden met elkaar te verbinden, vooral in wijken waar het samenleven onder druk staat door versnippering, toenemende diversiteit en concentraties van sociale ongelijkheid. Anderzijds doordat opbouwstrategieën vaak worden ingezet met maakbaarheidsdoelen in het achterhoofd, als gevolg van een strategisch en instrumenteel denken over gemeenschapsontwikkeling. Professionals voelen daardoor steeds sterker de druk vanuit politiek en beleid.
Daarnaast is gemeenschap een dynamisch, complex en omstreden concept, wat de vraag oproept of de positieve connotaties die het vanuit politiek en beleid krijgt wel realistisch zijn, of dat het niet te veel geromantiseerd wordt. Mijn kennisambitie is dan ook om deze praktijken op een genuanceerde en realistische manier in beeld te brengen, met behulp van een sociaal-ruimtelijk perspectief, vanuit de ervaringsrealiteit van de betrokkenen. Hierbij richt ik mij specifiek op een wijk in een stedelijke context, waar zowel fysieke als sociale interventies worden ingezet om de gemeenschapszin te versterken.
- Welke onderzoeksmethode zet je in?
Gezien de kennisambitie van deze studie en de complexe, dynamische aard van de stedelijke context, heb ik gekozen voor een stedelijke etnografie. Deze benadering stelt de ervaringsrealiteit centraal en biedt een kritische kijk op sociale ongelijkheid, macht en ruimte. Bovendien wordt de bredere maatschappelijke en politieke context in ogenschouw genomen, die van invloed is op praktijken van gemeenschapsontwikkeling, ondersteund door concepten als ‘space & place’ en macht.
Deze benadering sluit tevens goed aan bij het eerder genoemde sociaal-ruimtelijk perspectief, een interdisciplinair concept dat ik gebruik voor de analyse. Hierin worden fysiek-ruimtelijke (matter), sociaal-culturele (mind) en politieke (power) aspecten ontleed om diepgaand inzicht te krijgen in praktijken van gemeenschapsontwikkeling in een context die continu in beweging is.
- Bevindingen en ervaringen tot dusver
Na twee jaar veldwerk ben ik nu bezig met het uitschrijven van de resultaten in een monografie, waarbij ik het sociaal ruimtelijk perspectief als kapstok voor de resultaathoofdstukken gebruik. Momenteel ben ik bezig met de ‘matterscape’, waarbij ik vanuit een historisch perspectief de fysiek ruimtelijke levensloop van de wijk beschrijf. Zodoende wordt de impact van fysiek ruimtelijke interventies zichtbaar en de betekenis hiervan voor het met elkaar samenleven en praktijken van gemeenschapsontwikkeling vandaag de dag.
Ik verbaas me over het aantal initiatieven van informele en formele partijen om ‘te bouwen aan gemeenschappen’. Zowel van onderop als van buitenaf, wel of niet gestimuleerd door beleid, wel of niet met kennis van gemeenschapsontwikkeling, die elkaar in de praktijk voor de voeten lopen en niet per sé leiden tot het versterken van gemeenschapszin in de wijk.
- Impact voor het sociaal werk
In het kader van impact voor het sociaal werk is het van belang om vanuit de bevindingen de transitie te maken naar de betekenis hiervan specifiek voor het handelen van sociale professionals die bezig zijn met gemeenschapsontwikkeling, zodat zij op een realistische wijze kunnen werken aan praktijken van gemeenschapsontwikkeling.
Daarnaast hoop ik dat het onderzoek bijdraagt aan het generen van meer aandacht, zowel in het werkveld als in het onderwijs, voor het sociaal-ruimtelijke perspectief. Het dynamische samenspel van fysiek-ruimtelijke, sociaal-culturele en politieke krachten die voortdurend ge(her)produceerd worden.
